Unieke archeologische vondsten in Enschede

RESTEN OUDE WATERPUTTEN – Bij graafwerkzaamheden tijdens de herinrichting van de Oldenzaalsestraat en Van Lochemstraat in Enschede zijn unieke archeologische vondsten gedaan. Archeoloog Hans Oude Rengerink deed de vondsten samen met zijn collega’s van Laagland Archeologie.

“Enschede kreeg in 1325 stadsrechten, waarna de stad versterkt werd met wallen en een dubbele gracht. Al tweehonderd jaar eerder wordt Enschede in historische bronnen genoemd. Afgezien van de kerk op de Markt waren er uit deze periode geen duidelijke sporen van vóór de stadsinrichting gevonden, tot nu. Dat maakt deze vondsten heel bijzonder”, vertelt Oude Rengerink enthousiast.

Tweede helft achtste eeuw
In de Oldenzaalsestraat zijn op twee plaatsen resten van een waterput gevonden. De Oldenzaalsestraat lag net buiten de wallen van de middeleeuwse stad Enschede. “De ene put dateert uit de tweede helft van de achtste eeuw, de periode waarin Twente door de legers van Karel de Grote werd ingelijfd bij het Frankische rijk.”

In deze put vonden de archeologen de onderste helft van een gedraaide pot, die is gemaakt in het Frankische gebied. “De vondst is om twee redenen heel bijzonder”, geeft de archeoloog aan. “Het aardewerk waaruit de pot bestaat wordt bijna nooit gevonden in Nederland en als het al wordt gevonden, zijn het slechts enkele scherven. Dat maakt deze vondst tot nu toe nog meer onverklaarbaar!”

Geen emmer zo bijzonder als deze
De andere waterput komt uit de tijd rond 1100. Hier is een drinkkan gevonden uit het gebied rond Keulen. Daarnaast lag er in de put een bijna complete houten emmer, die uit duigen was opgebouwd. Oude Rengerink: “Omdat de emmer nog zo compleet is, is het een zeldzame vondst. Voor die tijd was deze emmer niet ongewoon, maar deze wordt zelden gevonden, omdat het hout normaal snel vergaat.”

Bij de foto’s: boven de onderste helft van een pot van Walberberg-aardewerk uit de buurt van Keulen uit de periode 750-800.
Onder de bijna complete houten emmer.