Artrose: zo vroeg mogelijk behandelen

IEDERE BEWEGING PIJNLIJK. Zo’n 1,4 miljoen Nederlanders hebben last van artrose in een of meerdere gewrichten. Steeds meer mensen hebben er last van: artrose in de knie. Deze vermindering van kraakbeen rondom het kniegewricht heeft vervelende gevolgen voor patiënten: iedere beweging doet ze pijn. Orthopedisch chirurg Roel Custers uit het UMC Utrecht pleit vooral voor meer preventie.

Voldoende beweging en het tegengaan van overgewicht helpen in het voorkomen van knieartrose. En als artrose toch ontstaat, is zo vroeg mogelijk behandelen effectief om ervoor te zorgen dat het niet erger wordt. Hoe knieartrose precies ontstaat is nog niet duidelijk. Wel zijn er enkele oorzaken aan te wijzen. Simpelweg ouder worden, is de belangrijkste. Overbelasting is een andere oorzaak. Dit kan komen door overgewicht of door te intensief sporten. Verder kunnen een ongeluk of een harde val op de knie ook –ernstige- kraakbeenschade opleveren.

Laatste redmiddel
Een knieprothese (kunstknie) is meestal het laatste redmiddel. Meestal zijn patiënten daarna wel van hun pijn af, maar zeker niet iedereen. Ongeveer twintig procent van alle patiënten die een knieprothese krijgen zijn niet tevreden of hebben een complicatie. In deze laatste groep gaat het vooral om jonge patiënten. Verder gaat een prothese ongeveer tien tot vijftien jaar mee.
Custers: “Bij beginnende artrose zijn oefentherapie en pijnstilling gebruikelijk. Beweging perst de voedingstoffen uit het gewrichtsvloeistof in het kraakbeen. Daarnaast zorgt beweging voor minder overgewicht en dus minder overbelasting van de gewrichten. Ten slotte gaat artrose vaak gepaard met stijfheid. Deze stijfheid neemt toe als je niet in beweging blijft. Het gezegde ‘rust roest’ komt hier dan ook vandaan. Op een gezonde manier sporten is dus essentieel.”

Kniedistractie
Een heel nieuwe behandeling is de in het UMC Utrecht uitgevonden kniedistractie. Hierbij wordt het bot een beetje uit elkaar getrokken, waardoor kraakbeen de ruimte krijgt te groeien. Dit is iets wat lang voor onmogelijk werd gehouden. Kraakbeen groeit niet aan, was de heersende gedachte. Deze behandeling kost wel enkele weken, maar daarna zijn patiënten jaren van hun pijn af

Juist omdat zoveel mensen er last van hebben en het zo’n negatieve invloed op het dagelijks leven heeft, doet het UMC Utrecht onderzoek naar betere behandelingen van artrose. Ook de kwaliteit van de gewrichtsvloeistof die het kraakbeen omringt, heeft invloed op het kraakbeen. Daarom onderzoekt het UMC  hoe die kwaliteit bevorderd kan worden en wat het resultaat daarvan is. Ten slotte is er ook nog de stamcel-kraakbeentransplantatie. Met de IMPACT-studie is aangetoond dat het bij een gat in het kraakbeen helpt om donorstamcellen toe te voegen, die vervolgens lichaamseigen kraakbeencellen van een patiënt maken.
(Bron : Zorgkrant/UMC Utrecht)